Manengans

Land van herkomst : Oost- & West Australië
Kenmerken ras:
-Kastanjebruine kop
- 2 smalle witte strepen
- Bij het mannetje is de romp grijs en bij het vrouwtje lichtbruin
Maximale grote :
44 tot 56 cm
Maximale gewicht : Man 815 gram, Vrouw 800 gram
Broedduur :
28 tot 30 dagen
Aantal eieren :
9 tot 12 eieren
Voedsel op de Stadsboerderij :
- Watervogelkorrel


Verdere informatie :
Manenganzen zijn redelijk sterk en vrij winterhard, wanneer het vijverwater s’winters ijsvrij wordt gehouden. Met ondiepe staanplaatsen en met beschutting op het land. Manengansjes zijn vaak wat schuw, achterdochtig en moeilijk te benaderen, maar kunnen in beschermd milieu toch redelijk tam worden, hetgeen ook in hun oorspronkelijk gebied in de stadsparken gebeurt. Manenganzen verplaatsen zich moeiteloos op het land en kunnen zeer snel lopen met kleine trippel pasjes, waarbij zij met de kop voorwaarts knikken. Het stemgeluid is bijzonder en klinkt als een hees, nasaal en zacht klagend katachtig “miauw”.